Wat is een baan in een zwembad en hoe gebruik je die?

Tekening van een zwembad met daarin 4 banen. In een baan staan twee rode pijlen, een andere baan is geel gearceerd.
Hoe lees je een trainingsschema voor in een zwembad.

Wat is een baan in het zwembad en hoe gebruik je die?

Op trainingsschema’s die in een zwembad worden gebruikt, staat vaak de aanduiding baan. Ook bij baantjeszwemmen zwem je in een baan. Maar wat is nu precies een baan in een zwembad en hoe lees je een schema dat over banen spreekt en hoe gebruik je zo’n baan?

Uitleg banen in zwembad

Als je naar de afbeelding kijkt, zie je een grote blauwe rechthoek. In die grote blauwe rechthoek zie je 4 smalle rechthoeken. De grote blauwe rechthoek is het zwembad. De 4 smalle rechthoeken zijn de banen in dat zwembad. Dit zwembad heeft dus 4 banen. Een van die rechthoeken is geel gearceerd om aan te geven wat een zwembadbaan is.
In de meeste zwembaden staan zwarte strepen op de bodem. Om te weten te komen hoeveel banen jouw zwembad heeft, kun je dus de zwarte strepen tellen, over het algemeen zal dat 4 tot 8 banen zijn.
De zwarte streep op de bodem geeft het midden van de baan aan. Het is de bedoeling dat de zwarte streep waar je omheen zwemt of rent aan de kant van je linkerhand zit. Je bevindt je dan rechts in de baan.

Gebruik van de banen tijdens banenzwemuren

Tijdens de banenzwemuren is het de bedoeling dat je heen en weer gaat in het zwembad en dat je pas stopt als je bij de andere kant van het zwembad bent. Op die manier kunnen meerdere mensen achter elkaar dezelfde baan gebruiken en lekker in beweging blijven. Vaak liggen er tijdens deze uren lijnen in het zwembad. Deze lijnen geven een gebied aan waar dezelfde regels gelden. Als er lijnen in het zwembad liggen, kijk je dus naar wat de andere mensen aan het doen zijn en als je het niet snapt, kun je het aan de badmeester vragen.

Uitleg banen voor trainingsschema zwembad

Op trainingsschema’s van aquarunning, maar ook op sommige zwemschema’s staat 1 b, 2 b, 4 b, wat 1 baan, 2 banen, 4 banen betekent. Als je 2 banen moet zwemmen of running moet doen, ga je heen en terug zonder te pauzeren. Dan pas heb je rust of ga je wat anders doen. Dat heen en terug wordt aangegeven met de rode pijlen in de tekening. Heen is baan 1, want je hebt hem 1 keer afgelegd. Terug is baan 2, want je hebt de baan 2 x afgelegd. 4 banen zwemmen is dus heen, terug, heen, terug.

Andere aanduidingen op trainingsschema’s zwembad

Er zijn ook andere aanduidingen bij trainingsschema’s. Een veel gebruikte vorm zijn lengtegerichte schema’s, op die schema’s staat 25m, 50m, 100m. Om met deze aanduiding te kunnen trainen moet je weten hoelang het zwembad is. De meeste zwembaden in Nederland zijn 25 m lang. 1 baan is daar dus 25 m lang. Om 100 m te zwemmen moet je dus heen, terug, heen, terug. Heeft jouw zwembad andere afmetingen, dan zul je moeten omrekenen of je accepteert dat je meer of minder zwemt dan het schema.
Een andere vorm zijn tijdgerichte schema’s. Dan wordt gevraagd om bijvoorbeeld 5 minuten te zwemmen of running te doen. Bij deze schema’s is de lengte van het zwembad niet van belang, omdat het gaat om de tijd die je in beweging bent. Vaak kom je deze aanduiding tegen bij schema’s die zijn gericht op buitenwater.